Fokkerspraat

Atureusa, de moeder van Defender was een van de eerste paarden die ik kocht. Ik was op zoek naar een merrie veulen, met een aansprekend type, goed model, interessant papier/ en vooral een bewezen stam waar veel sportpaarden uitkomen. Zo kwam ik uit bij Piet Sleutels en Atureusa voldeed aan alles, ik was vanaf de eerste seconde gek op haar. Ik wilde een merrie omdat mijn plan was haar eerst in de sport uit te brengen en daarna voor de fokkerij te gebruiken. Ik heb Atureusa succesvol tot het 1.40 gereden en daarna uit de sport gehaald voor de fokkerij.

Mijn doel was om een paard te fokken die eigenlijk een kopie van Atureusa zou worden; scherp en voorzichtig maar dan groter, meer vermogen en meer galop. Dominator Z leek mij een hengst die aan die eisen voldeed dus die heb ik gebruikt en zo werd Defender VDS Z geboren. Ook hij was vanaf de eerste seconde een opvallend veulen, goed model, mooi, vriendelijk en mensgericht. Ik heb destijds altijd voor de grap gezegd dat ik met Atureusa een goed gekeurde hengst zou fokken en dat dat meteen met Defender VDS Z is gelukt is ongelooflijk!

Waar ik op let bij de hengstenkeuze, en wat ook mijn advies zou zijn voor beginnende fokkers is bedenk eerst wat je doel is met het veulen. Wil je een ‘commercieel’ veulen fokken om op een veiling te verkopen, of wil je een veulen voor jezelf waar je gewoon plezier mee hebt, of een die zo ver mogelijk kan komen in de sport? Dat vereist allemaal een andere aanpak. Bedenk wat je graag zou willen zien in je veulen probeer een hengst te vinden die daaraan voldoet.

Mijn doel was dus om een goed sportpaard te fokken en dat begint met een goede merrie bij voorkeur uit een bewezen stam. Het voordeel dat een merrie eerst in de sport heeft gelopen is dat je weet wat je graag zou willen verbeteren, en haar beste kwaliteiten probeert te verankeren. Naar aanleiding daarvan ga ik op zoek naar een hengst die kan toevoegen wat de merrie net tekort kwam. Ook vind ik karakter erg belangrijk, een paard moet intelligent zijn en willen meewerken en ik kom er steeds meer achter dat dit voor een groot deel ook erfelijk bepaald is en niet perse aangeleerd is door de ruiter.

Ik kijk bij de hengstenkeuze dus vooral naar de prestaties van de hengst, of zijn exterieur past bij het exterieur van mijn merrie, hoe doen zijn nakomelingen het, komt hij uit een bewezen stam?
Op deze manier fok ik 2 of 3 veulens per jaar, ik vind het leuk om het kleinschalig en ‘persoonlijk’ te houden. De merries hou ik aan voor de sport, met het oog op de fokkerij na hun sportcarrière en de hengstjes verkoop ik meestal…

En dan moet je aan het eind een beetje geluk hebben dat ze op de juiste plek komen nadat ze verkocht worden… En dat is gelukt met Defender VDS Z die via de Prinsjesdag veiling bij Hagenhorst stallions terecht kwam!

Daphne van der Schaar